De American Native-activist Peltier werd in 1977 veroordeeld voor de moord op twee FBI-agenten, twee jaar eerder bij het Pine Ridge-reservaat in North Dakota. Zij kwamen om toen er een schietpartij plaatsvond bij de arrestatie van een vermeende inbreker. Peltier vluchtte aanvankelijk naar Canada maar werd uitgeleverd op grond van getuigenissen die achteraf vals bleken.
Tegen de tijd dat hij uiteindelijk werd berecht, waren zijn twee medeverdachten al vrijgesproken. Voor de FBI en de Amerikaanse Justitie was de zaak inmiddels echter een prestigezaak geworden. Peltier kreeg twee keer levenslang voor dubbele moord ondanks een op z’n zachtst gezegd bedenkelijke bewijslast. Hij groeide uit tot de ‘Nelson Mandela van de Native Americans’. Maar ondanks steun van over de hele wereld, tot uit Groningen, kregen alle verzoeken om herziening nul op rekest.
Laatste actie van scheidend president Biden
Tot een maand geleden, toen Joe Biden, in een van zijn allerlaatste acties als president, alsnog besloot tot strafvermindering. Peltier mag zijn resterende straf in huisarrest uitzitten in Turtle Mountain. Dat is het wrange van deze wending in de zaak, vindt Rogier. „Vrij is hij nog altijd niet, want hij zit met een enkelband thuis. Hij krijgt nadrukkelijk geen gratie.” „Dat is tegelijkertijd het trieste van dit goede nieuws”, zegt Terpstra junior. „Deze man had veel eerder vrij moeten zijn. Of in elk geval had hij een eerlijk proces moeten hebben en dat heeft hij nooit gehad. Hij is inmiddels 80 jaar en doodziek, mede doordat hij zwaar mishandeld is in de gevangenis.” Toch is Peltiers vrijlating uit de gevangenis niets minder dan een overwinning. Een kroon op het werk dat Terpstra samen met talloze anderen heeft verzet, zo voelt het voor zijn zoon en weduwe. Hij zegde deels zijn baan op om zich vol op zijn missie te storten. Hij regelde een lange reeks benefietconcerten in de stad, mobiliseerde de politiek, van gemeenteraad tot Europarlement, en werd (inter)nationaal een van de drijvende krachten in de strijd tegen de onderdrukking van de Native Americans.
In het reservaat ontbrandde het vuur
Terpstra was altijd al gefascineerd door indianen, maar het vuur ontbrandde pas echt toen hij in 1979 op reis in de Verenigde Staten een reservaat in New Mexico bezocht. Hij raakte er in gesprek over de bruut neergeslagen bezetting van Wounded Knee in 1973 door zo’n 200 Oglala Lakota-indianenenactivisten van de American Indian Movement, die ook in Nederland in alle kranten werd beschreven. Hij hoorde over de overheidsterreur, de ‘reign of terror’, de achterstelling en zelfs verplichte sterilisatie in de reservaten en zag er de bittere armoede, alcoholisme en ondervoeding. Zijn verontwaardiging en woede over dat lot, dreef hem voort op zijn missie. Tientallen jaren keerde Terpstra jaarlijks terug naar de Verenigde Staten. Hij maakte er vrienden voor het leven in de reservaten die hij bezocht. Vele keren vergezelde Sjaniek hem, en ook zoon Rogier reisde drie keer mee. Vaak met kleding- en voedselpakketten, gefinancierd door de benefietconcerten. Ook zij raakten onder de indruk van de schrijnende armoede en achterstelling. Toch hebben ze nooit overwogen het stokje over te nemen toen Frits op 71-jarige leeftijd overleed.
Eens organiseerde Frits een demonstratie voor Peltier in Amsterdam, en kwam gitarist ‘Little Stevie’ van Zandt uit Bruce Springsteens E Street Band spontaan steun betuigen. „Zijn manager was niet blij want de geplande promotie voor zijn nieuwe plaat moest er voor wijken”, zegt Sjaniek. Ze loopt naar de kast en pakt
Frits’ exemplaar van In the Spirit of Crazy Horse van de plank, het boek van Peter Matthiessen over Peltiers lijdensweg. „Zijn bijbel”, zegt Rogier. Persoonlijk gesigneerd door de auteur: ‘ Many thanks for all your good work on behalf of Leonard! ’